Referentiefuncties Open Teelten

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Zoeken op oude referentiefunctienamen

Medewerker kantine

Kenmerken van de referentiefunctie

De medewerker kantine komt voor in grote agrarische bedrijven. De kantinefaciliteiten zijn veelal beperkt tot standaard dranken- en etenswarenassortiment. De medewerker kantine is verantwoordelijk voor het verstrekken van dranken, etenswaren en warme snacks.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Taken Resultaatindicatoren
Verrichten van kantine­werkzaam­heden
  • bereiden van soep, zetten van koffie/thee en gereedmaken van uitgiftebuffet in kantine;
  • uitgeven van dranken en etenswaren aan medewerkers en afrekenen volgens vastgestelde prijzen;
  • beantwoorden van vragen, geven van informatie over het (lunch)assortiment, prijzen en gang van zaken in kantine;
  • verzorgen van koffie/thee e.d. tijdens vergaderingen, bij bezoek, etc.;
  • opmaken van de kas en afdragen van gelden.
  • conform verzoeken/wensen van gebruikers;
  • beschikbaarheid voorzieningen;
  • kloppende kasopmaak en afdracht.
Voorraad (verbruiks) artikelen
  • bijvullen van dranken- en snackautomaten;
  • bijhouden van de voorraad gebruiks- en verbruiksartikelen;
  • afroepen van (dagverse) producten en artikelen bij vaste leveranciers.
  • beschikbaarheid gebruiks- en verbruiksartikelen;
  • aantal producten over code;
  • hoogte van voorraden.
Verrichten van opruim- en schoon­maak­werkzaam­heden
  • dagelijks opruimen van de kantine;
  • afruimen van tafels, schoonmaken van meubilair en vloeren;
  • schoonhouden van dranken- en snackautomaten;
  • opruimen van overgebleven voorraden;
  • schoonmaken van gebruiksartikelen (serviesgoed, dienbladen e.d.), e.v.t met behulp van vaatwasser.
  • tijdigheid opruimen;
  • juistheid naleving netheid, hygiĆ«ne en HACCP-voorschriften;
  • reinheid werkgebied (aantal klachten).

Bezwarende omstandigheden

  • Krachtsuitoefening tijdens tillen, afruimen en opruim- en schoonmaakwerkzaamheden.
  • Lopend en staand werken, soms in gedwongen (gebogen) houding.
  • Hinder van dampen (keuken/kantine), alsmede van vuil en stof bij schoonmaakwerkzaamheden.
  • Kans op letsel als gevolg van aanraking met hete materialen of snijden aan glaswerk.