Referentiefuncties Open Teelten

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Zoeken op oude referentiefunctienamen

Assistent medewerker II vollegrond

Kenmerken van de referentiefunctie

De assistent medewerker II vollegrond kan voorkomen op alle soorten van agrarische bedrijven waar vollegrondgroentegewassen worden verbouwd t.b.v. telen, oogsten en/of verwerken van plantaardige producten in de volle grond en/of kasomgeving. De werkzaamheden kunnen plaats vinden op de teeltlocatie (binnen en buiten) of in een loods. De werkzaamheden zijn routinematig van aard (dagelijks tot wekelijks terugkerend patroon), waarbij de handelingsvrijheid wordt ingegeven door gegeven instructies, volgorde en prioriteit van werkzaamheden. Procedures, methoden en specifieke instructies zijn leidend. De focus ligt op het realiseren van normen t.a.v. kwaliteit en snelheid. De assistent medewerker II vollegrond kan te allen tijde een collega/leidinggevende consulteren. De functiehouder is verantwoordelijk voor het verrichten van uitvoerende werkzaamheden in de teeltvoorbereiding, gewasverzorging, tijdens het oogsten en/of in de verwerking (sorteren/inpakken) van gewas. Hierbij maakt hij/zij gebruik van benodigde hulpmiddelen (o.m. handgereedschappen). Indien nodig rijdt hij/zij op interne transportmiddelen (elektrische pomp-wagen, heftruck of trekker/kipper) op eigen terrein en/of open weg voor het transporteren/verplaatsen van gewas.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Taken Resultaatindicatoren
Teelt­voor­bereiding
  • verrichten van handmatige enkelvoudige grondbewerkingen, zoals spitten, harken, etc.;
  • opruimen/schoonmaken van teeltlocatie;
  • aanbrengen/verwijderen van leidingen, afdekmateriaal e.d.;
  • handmatig planten van plantmateriaal (steksteken);
  • handmatig uitzetten en verplaatsen van opgepot uitgangsmateriaal.
  • volgens instructie en procedure;
  • snelheid uitgevoerde werkzaamheden;
  • juist gebruik hulpmiddelen.
Gewas­verzorging
  • ontdoen van ongewenste bladeren, leggen van ranken;
  • handmatig verwijderen van onkruid;
  • (ver)plaatsen van stokken, leidraden, pijpen/leidingen.
  • volgens instructie en procedure;
  • juist gebruik hulpmiddelen.
Oogsten van gewassen
  • handmatig oogsten door, al of niet zittend/liggend op een (aangekoppelde) machine, plukken, snijden, rapen, steken van gewas;
  • handmatig verplaatsen, stapelen en vullen van fust met gewas op oogstlocatie;
  • verzamelen van geoogst gewas op centrale plaats en aan- en afvoeren m.b.v. heftruck of trekker/kipper.
  • volgens instructie en procedure;
  • snelheid uitgevoerde oogstwerkzaamheden;
  • percentage geoogst gewas buiten specificatie;
  • juist gebruik hulpmiddelen;
  • juist gebruik heftruck, trekker.
Verwerken van gewassen
  • sorteren/rapen van geoogst gewas op eenduidige niet ter discussie staande selectiecriteria (vorm, grootte, kwaliteit) en handmatig vullen van fust (aan lopende band in loods);
  • verpakken, binden, sealen, etc. en plaatsen van gewas in emballage;
  • etiketteren, wegen en afsluiten van emballage;
  • handmatig stapelen van emballage op pallet;
  • handmatig en/of m.b.v. heftruck aan- en afvoeren van gewas(resten), emballage en materiaal;
  • verrichten van opruimwerkzaamheden.
  • volgens instructie en procedure;
  • snelheid uitgevoerde werkzaamheden;
  • percentage gesorteerd gewas buiten specificatie;
  • juist gebruik hulpmiddelen.

Bezwarende omstandigheden

  • Hinder van weersomstandigheden bij buitenwerk, temperatuurverschillen, stof, vuil en vocht.
  • Uitoefenen van kracht bij het tillen en verplaatsen van materialen, emballage en/of gewas, handmatige grondbewerkingen en gewasverzorging en te verrichten schoonmaakwerkzaamheden.
  • Incidenteel gedwongen houding bij handmatige plant-, oogst-, verpakwerkzaamheden, besturen van interne transportmiddelen (pompwagen/heftruck/trekker).
  • Kans op letsel door beknelling in of onder machines, kans op letsel bij gebruik van (hand)gereedschappen.